Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Om Mijns Naams wil zal Ik Mijn toorn [26]langer uitstellen, en om Mijns roems [wil] zal Ik, [27]u ten goede, [Mij] [28]bedwingen, opdat Ik u niet [29]afhouwe. 26. Of verlengen, of vertrekken. 27. Of, uwenthalve. Anders: tegen u. 28. Anders: verzegelen; dat is, inhouden, tomen, terughouden. 29. Gelijk men een boom afhouwt, dien men uitroeien wil.